vrijdag 28 september 2018

Naar Brownsberg, Suriname - dl 2

Was het 1 uur? twee uur? dat we aan de tocht naar de Irene waterval begonnen? Ik weet het niet. Het was heet, de zon stond hoog. Maar we zouden door het bos naar beneden lopen. Schaduw. Dat dat allerminst 'lopen' zou worden wist ik toen nog niet. Klauteren werd het. Hink-stap-sprong voorzichtig naar beneden struikelen. Onderwijl  drie cm grote steekvliegen van ons afslaan. 
"Dood maken" riep Julius. Alsof we daarmee het vliegenvolk op de berg konden uitroeien. Ze stoken dwars door onze kleren, tot bloedens toe door mijn steunkousen. Deet leken ze alleen maar lekker te vinden. Het moet een raar gezicht zijn geweest als er toeschouwers waren: een groepje hikers dat elkaar continue slaat. Op de rug, de schouders, de billen..roepend "Dood! Dood! Sorry hoor!"
Floor en René hadden het het ergst te verduren. Die hadden om onbegrijpelijke reden een korte broek aangetrokken. Toen wij op een bepaald moment bij een soort trap kwamen, gevormd door dikke wortels met een slap onbetrouwbaar ogend touw erlangs - niet zozeer voor de veiligheid als wel om aan te duiden dat het nu echt steil werd - zagen we Rene opeens als een haas naar beneden sjezen.
"Wat doe je?!" riep ik stomverbaasd omdat ikzelf elk stapje naar beneden drie keer overwoog. Een wolk vliegen leek het op hem gemunt te hebben. 
Het 'trappetje' bestond uit zulke hoge treden dat Julius me aanraadde er links en rechts van te stappen. De dikke wortels van de reuzenbomen vormden soms een driehoekje en dan weer een vierkantje waar je je voet net dwars in kon zetten. Julius wees ze me precies aan: "hier Tin, dan hier.. goed zo!"
Braaf volgde ik zijn instructies op, inmiddels met twee stokken. Gescoord in het bos. En als een revaliderende hiker klom ik de berg af. De vlakke tussendoor-stukjes waren goed  voor lol maken en foto's nemen. Julius  olijk hoog  tegen een reuzenstam en ik eronder. Rene en Floor  hun wonden likkend en muzikale David met altijd wel een jaren 60/70/80 hit paraat. En door maar weer. 
Na twee uur en 1 minuut, ik ben zijknat van het zweet terwijl de anderen er volgens mij keurig droogjes bijlopen, hoort Floor water: de val! Zo heet een waterval hier, maar zelf denk ik ergens anders aan tijdens deze trail: als ik maar niet val. Kijken waar je loopt! heb ik mezelf continue ingeprent. En het werkt. Dat ik daardoor voornamelijk de grond zie is dan jammer. Stilstaan om om je heen te kijken. 
We worden beloond. De jongens rennen vooruit. "IRENE! ". Als ik even later ook de waterval bereik hebben de boys hun kleren al uitgetrokken en zijn  over de gladde bemoste stenen naar de waterval gekropen. Juichen, gillen, schreeuwen. Het koele water klettert langs de rotsen omlaag over hun lijven. Ik zit inmiddels op een steentje met  mn voeten braafjes in het water. Floor is in bikini door de jongens ook over de stenen geholpen en schatert van geluk onder de keiharde stroom water.
En dan komt Julius die alles gefilmd en gekiekt heeft mij helpen. Hij loopt voor me uit, reikt me zijn hand: " hier Tin, stap op de bladeren..". En zo stap ik ongelovig achter hem aan richting de val. 
IK BEN ER..joehoe..! Mijn kokende hoofd sist bijna. Ik voel me als  een kind zo blij. Met de handen voor de ogen, knipperend voor het vallende water kijk ik recht in de ProGo camera van David. Floor legt vast wat ik toch al nooit zal vergeten. Dit moment van super-geluk na een behoorlijk spannende afdaling.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten