zaterdag 22 september 2018

Awarradam, Suriname - dl 4 Kostgrondjes

  De korjaal vaart nog geen 5 minuten of het is alweer tijd om uit te stappen. Het trappetje aan de wallekant lijkt op niets anders uit te komen dan de jungle. Klopt. We klimmen de wallekant op en lopen in ganzenpas door een bos met bladeren van drie meter en tussen stammen door die zo omwikkeld zijn met lianen dat je eerder van een kolom groen kan spreken dan van een boom. Alles groeit door, op, onder, tussen elkaar. Is die bloem van de boom of van de tientallen planten er omheen? Het is een grote compacte chaos waar Hendrik voor ons een doorgang in moet kappen.
Niet veel later, na wat klimmen over omgevallen boomstammen, bereiken we het verlaten kostgrondje. Een 'moestuin' ver van huis met hutjes en een keuken om een paar dagen te kunnen verblijven. Om de rijst, de ananassen, cassave of  suikerriet te oogsten. De resten vinden we tussen de her en der verspreide boomstammen terug op het hoog overwoekerde kostgrondje: een dikke ananas, wat suikerrietstengels of een enkel rijsttakje.  We kauwen op de door Hendrik in stukjes gesneden suikerriet en zuigen het zoete sap eruit. We bewonderen de rijst die men onlangs samen gebonden heeft tot schoven. Een enkele schoof is achtergebleven onder het kleine rieten afdakje dat als opslagplaats dient,  om later opnieuw te planten.  De passiebloem vruchtjes zijn gereduceerd tot de grootte van een klapbes maar smaken nog heerlijk.
Het is loeiheet op deze 'open' plek in het bos. Geen wind, ver van huis voor dagen achtereen,  met alleen het water dat je meegenomen hebt. Een zwaar leven voor de vrouwen die de kostgrondjes onderhouden.
Toevallig zagen we vanmiddag een vrouw met haar twee kinderen  in haar korjaal stappen. Ze bleek van haar kostgrondje te komen. Het kleintje werd aan een arm bungelend in de boot geplant zodat de vrouw de enorme kam 'bakoves' , bananen in de korjaal kon leggen.  'Bakove' is Surinaams voor  banaan om te eten, die om te bakken heten  'bananen'. Gids Julius vertelde dat ze de boot over de soela (stroomversnelling) had getrokken omdat  er te weinig water in stond. En dat ze eenmaal weer bij het diepere water aan de overkant van ons, de korjaal  weer in het water had laten zakken. Helaas had ik dat tafereel niet gezien omdat ik op dat moment zelf met zwemvest in het water dobberde en slechts oog had voor de soela. Blinkend stromend en kletterend  water in de felle zon.

Kostgrondjes, een verhaal apart en niet te vergelijken met de vrouwen in Gambia die 's ochtends en 's avonds  naar de gardens redelijk dichtbij gaan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten